C/AL of AL codeertaal, alles wat u moet weten

Wist u dat Business Central werkt met AL code in tegenstelling tot C/AL, en dat dit een invloed heeft op het personaliseren van uw ERP software? We leggen u de belangrijkste verschillen tussen beiden uit.

Overschakelen van Microsoft Dynamics Navision (NAV) naar Business Central? Dat betekent niet enkel een frissere en intuïtieve interfase, maar ook en totaal andere manier van coderen.

 

Waarom veranderen van base code?

 

Voor we dieper ingaan op de verschillen tussen C/AL en AL, is het belangrijk te begrijpen waarom Microsoft het hoog tijd vond voor een grondige verandering. Flexibiliteit die de ontwikkeling van C/AL mogelijk maakte, creëerde ook een aantal uitdagingen op het gebied van upgradebaarheid.

Als u code schrijft die de manier van werken van een systeem verandert, moet je, wanneer het tijd is om te upgraden, kijken of deze code ook in de nieuwe versie zal werken. Dit kost tijd en moeite, en is een belangrijke reden waarom veel klanten trouw blijven aan oudere versies van NAV.

 

AL lost dit obstakel op:

 

De oplossing die AL biedt is simpel. Namelijk het idee van ‘apps’. Voorheen, in C/AL, werden alle veranderingen in de code aangebracht in de kern van het systeem. Deze kern kunnen we zien als één moeilijk doordringbare code basis. Maar, in AL is alle code vervat in brokken die we beter kennen als apps.

Dus, de standard Business Central code van Microsoft kan u zien als een app, en vervolgens wordt alle code die u schrijft gepubliceerd in het systeem in een of meer apps.

Op deze manier kan u, als u de kern Business Central app wilt upgraden, dit doen zonder de andere aangepaste code te beïnvloeden. Het is allemaal netjes gecompartimenteerd.

 

Voordelen van AL code in Business Central

 

In AL heeft Microsoft een manier gevonden om een van de sterke punten van het NAV-product te verbeteren, de kosten van toekomstige upgrades te drukken en keuzevrijheid bij de implementatie mogelijk te maken.

Er zijn twee belangrijke manieren waarom deze apps met elkaar kunnen interageren. De eerste manier is via een mechanisme dat Events wordt genoemd. Dit zijn plaatsen in de code waar het systeem een signaal uitzendt. Elke app die luistert naar dat signaal kan het systeem vertellen om eender welke code dan ook uit te voeren.

 

Bijvoorbeeld, een gebeurtenis kan worden geactiveerd wanner u het itemnummer invoert op een verkooporderregel. Een app kan zich dan abonneren op die gebeurtenis, zodat van zodra u een waarde invoert, het een code kan uitvoeren om te controleren op actieprijzen voor dat item. Dit betekent dat u geen code moet toe voegen aan de tabel Verkoopregel (zoals u voorheen zou doen), in plaats daarvan is uw code netjes weg gesegmenteerd in zijn eigen app.

De tweede manier waarop deze apps met elkaar kunnen communiceren, is via een nieuw set objecten die in AL is geïntroduceerd als Extension-objecttype. Laten we zeggen dat u een veld wilt toevoegen aan de klantentabel en -kaart zodat u ze kunt identificeren als VIP-klant.

 

In C/AL voegt u het veld onmiddellijk toe aan de klantentabel en de klantenkaart, maar in AL kunt u een app schrijven met twee nieuwe objecten. Het eerste objecttype heeft een TableExtension, hier zou u gewoon een paar regels code kunnen toevoegen om het veld dat u wilt bijvoegen te beschrijven. Het tweede objecttype heeft een PageExtension, en ook hier beschrijf je gewoon de verandering die u wilt maken op de Klantenkaart pagina, in dit voorbeeld het toevoegen van het nieuwe veld.

Wanneer de app geïntegreerd wordt, zal hij automatisch de wijzigingen in de tabel en de pagina aanbrengen die deze objecten beschrijven.

Het resultaat van het ontwikkelen op deze manier, is dat uw nieuwe aangepaste app amper afhangt van de app die u uitbreidt.

 

De ontwikkeling van uw custom ERP oplossingen is dus flexibel en voor de hand liggend. Heel wat extensies en applicaties zijn bovendien toegankelijk dankzij de AppSource. Business Central is ook eenvoudig te integreren met andere Microsoft-oplossingen en niet-Microsoft applicaties. Microsoft zorgt ook steeds voor regelmatige updates die het platform volledig up-to-speed houdt met de dynamische leefwereld van uw bedrijf. Dankzij AL verlopen deze updates ook eenvoudig, zonder het dagelijkse werkritme te verstoren.

 

Data migration van C/AL naar AL ofwel Navision naar Business central.

 

AL coderen is de toekomst, en zo ook Business Central. Maar hoe kan u nu veilig en eenvoudig uw data migreren van bijvoorbeeld NAV (Navision) naar Business Central. Datamigratie moet zorgvuldig worden geanalyseerd en geëvalueerd. Data verplaatsen van een oude op C/AL gebaseerde oplossing naar een modernere AL oplossing, is geen kant-en-klare klus of het simpelweg converteren van de code. Maar het is zeker wel het geschikte moment om kritisch naar de oude oplossing te kijken en de nieuwe oplossing te ontwerpen volgens de noden van uw bedrijf. Kortom, volledig herbekeken, maar ook volledig gepersonaliseerd.

 

Wilt u ook graag foutloos en eenvoudig overschakelen van Microsoft Dynamics NAV naar Business Central? Vraag onze ervaren NORRIQ consultants voor advies. Bent u klaar voor een grenzeloze datamigratie en ontwikkeling van uw ERP-toepassing? 

 

Contacteer NORRIQ